Waarom is Storytelling zo populair?

storytelling populair cultuur story

Hai! Ik ben jouw hamburger! En ik vind jou vet cool! De commerciële sector heeft inmiddels ook de kracht van verhalen ontdekt. Dan heet het ‘storytelling’. Bedrijven vertellen ons hun ‘corporate story’ – om onze klantenzieltjes te winnen. Goed voedsel, en zelfs de sjaal van de Hema, heeft nu een verhaal.

Bron en beeld: De Groene Amsterdammer, september 2014

Stel: ik zeg drie woorden. Kind. Touw. Regen. Wat gebeurt er als u deze woorden leest? Ziet u een spelend kind in de regen touwtje springen? Of ziet u een kind dat bang is om geslagen te worden? De precieze invulling hangt waarschijnlijk af van uw jeugd, persoonlijke aard en tijdelijke stemming. Welke kant het ook opgaat, de kans is groot dat zich een (begin van een) verhaal ontspint in uw hoofd. Sterker nog: gebleken is dat u extreem uw best zou moeten doen om ervoor te zorgen dat zich géén verhaal vormt. Onze hersens zijn namelijk ingesteld op verhalen. We zoeken voortdurend samenhang tussen eenheden van informatie. En vinden die ook. Niks is gewoon zoals het is. Niks is zomaar: kind, touw, regen. Alles is een verhaal met betekenis. Zelfs als we slapen gaan onze hersens door met het in elkaar draaien van de meest fantastische filmplots.

Waarom? Jonathan Gottschall onderzocht deze vraag vanuit biologisch perspectief in zijn boek ‘The Storytelling Animal’ (2012) Is het verzinnen en vertellen van verhalen een evolutionaire aanpassing of een bijwerking van iets anders? Niemand heeft hierop een definitief antwoord. Toch doet Gottschall een poging.

Hij vindt een eerste aanwijzing in de ‘alsof’ spelletjes van kinderen. Daar wordt nogal eens zoetsappig aan teruggedacht. Ach, de ongecompliceerde spelletjes uit die kindertijd.. Maar bij nadere bestudering valt niet vol te houden dat deze verhaallijnen milder zijn dan de rauwe werkelijkheid. Integendeel. Mama’s gaan dood, baby’s raken kwijt, ridders doorklieven hun tegenstanders met zwaarden, vuurspugende draken achtervolgen gillende prinsessen. Het zijn niet de minste dilemma’s waar kinderen zich in hun spel voor gesteld zien. Het spelt draait vrijwel altijd om dramatische problemen. Deze lijn is gemakkelijk door te trekken naar fictie die eveneens vrijwel altijd worsteling als hoofdthema heeft. (de uitzondering bevestigt hierbij volgens Gottschall de regel) Het is bijna een cliché dat literatuur niet kan bestaan zonder worsteling en Gottschall ontwaart hierin een soort universele grammatica van verhalen. Het gaat om een karakter in een benarde situatie en vervolgens de poging om zich hieruit los te maken. Een soort testsituaties voor de werkelijke problemen in het leven. Dit zou ook van toepassing zijn op dromen. Allemaal oefenmateriaal. Overal waar we verhalen maken, zijn de problemen talrijker, intenser en vooral geconcentreerder dan in het echte leven. Kijk maar naar elke willekeurige film, boek of droom.

De linkerhelft van ons brein is verantwoordelijk voor het spinnen van al die verhalen. Hier wordt de continue informatiestroom geordend en georganiseerd in een overzichtelijk geheel. Gottschall noemt die linkerhelft een ‘classic know-it-all’. Hij schrijft: ‘De verhalende geest is een cruciale evolutionaire aanpassing die ons in staat stelt ons leven te ervaren als coherent, ordelijk en betekenisvol. Dit is wat ervoor zorgt dat het leven meer is dan een bloeiende, brommende chaos.’ Maar Gottschall plaatst een belangrijke kanttekening: ‘De verhalende geest is imperfect. Ze is allergisch voor onzekerheid, willekeur en toeval. Ze is verslaafd aan betekenis. Als de verhalende geest geen betekenisvolle patronen ontdekt in de wereld, zal ze die patronen proberen op te leggen…De verhalende geest is een fabriek die ware verhalen produceert wanneer dat mogelijk is, maar die leugens zal fabriceren wanneer dat niet mogelijk is.’

Die onbetrouwbaarheid van onze verhalende geest zorgt ervoor dat steeds meer het idee heerst dat we in de wetenschap niet op onze eigen interpretaties en betekenissen kunnen afgaan. Zo zien we in onze breincultuur dat steeds meer mensen zijn gaan geloven dat een hersenscan meer over ons kan vertellen dan wijzelf. Trudy Dehue, hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Universiteit van Groningen, gaat hier in haar nieuwe boek ‘Betere Mensen’, dat 11 juni jl. uitkwam, uitgebreid op in. In een email schrijft ze me: ‘Het meeste onderzoek gaat er bij voorbaat vanuit dat eigen verhalen geen goede kennis opleveren. Er wordt de voorkeur gegeven aan vragenlijsten. Zeker sinds de neurobiologische wending gaat het niet meer om eigen verhalen en interpretaties. Deze wetenschap zoekt de waarheid achter het verhaal. Alsof de onderzoeker en het scanapparaat samen een soort leugendetector zijn.’

Christien Brinkgreve, hoogleraar sociologie aan de Universiteit Utrecht, sprak op 23 juni over verhalen tijdens haar afscheidscollege. Zij hield daar een pleidooi om verhalen weer een plaats te geven in de sociale wetenschap. Brinkgreve: ‘U hoort en vertelt niet alleen verhalen, u leeft ook in verhalen, vaak zonder dat u het zelf weet: het is het water waarin u zwemt, de woorden en gedachten die uw mentale wereld vormen, vanzelfsprekend, stilzwijgend. En die gevolgen hebben voor uw denken en handelen, voor wat opgemerkt wordt en wat veronachtzaamd.’

Tegelijkertijd weet de ‘harde’, commerciële sector juist wel degelijk raad met verhalen. ‘Storytelling’ staat dit jaar bovenaan alle commerciële trendlijstjes. Marketeers werken steeds vaker met journalisten om hun verhalende geest aan te wenden voor de verkoop van een product of merk. Journalisten worden daarmee ‘content providers’ in verschillende verschijningsvormen van ‘branded journalism’, terwijl hun publiek verschuift van burger naar consument. Marketingbureau’s huren cultureel antropologen in om etnografisch onderzoek te doen en speuren het internet af naar verhalen, naar dat wat mensen werkelijk bezighoudt. CEO’s krijgen op dure cursussen op het hart gedrukt dat zij hun boodschap in de vorm van een persoonlijk verhaal moeten gieten; hun leiderschap moeten uitdragen door middel van storytelling. Bedrijven leggen ‘corporate musea’ aan om een strategisch geconstrueerde geschiedenis vast te leggen. Goed voedsel heeft een verhaal, zelfs de sjaal van de HEMA heeft een verhaal.


Trudy Dehue: ‘Het is een ironie van de geschiedenis dat de commerciële sector nu het kwalitatieve onderzoek rehabiliteert, terwijl de meeste wetenschap dit nu juist heeft afgezworen omdat het te subjectief zou zijn.’ Wellicht ironisch, maar ook begrijpelijk. Als het verhaal geld oplevert, zal het worden omarmd door de markt. Maar heeft het verhaal niet meer betekenis dan die van effectieve omzetgenerator? Waarom krijgt de markt zoveel ruimte om zich het verhaal toe te eigenen?

Matthieu Jacobs, van huis uit historicus, is oprichter van het bedrijf Storytelling People. Storytelling is in het bedrijfsleven op dit moment zo’n hype dat hij er soms zelf een beetje moe van wordt. Jacobs: ‘Mensen hebben het nog niet eens uitgeprobeerd, maar willen vooral meedoen. Het wordt dan zo’n buzzwoord. Soms zelfs sektarisch. Zo van: wie is de ‘echte’ storyteller?’ In 2001 las hij in een communicatieblad het eerste artikel over de corporate story. Uiteraard kwam het concept uit Amerika. Lachend: ‘binnen 10 minuten was ik op de fiets thuis om onmiddellijk de domeinnaam te registeren.’


Sinds die dag heeft hij veel pionierswerk gedaan. ‘Mensen begrepen het niet. Het is een vorm van neo-romantiek, omdat het persoonlijke verhaal op de voorgrond komt te staan. De emotie komt terug in het verhaal en dat vinden veel bedrijven eng. Achter dat glas en marmer zit een soort afstandelijkheid.’ Hij ziet nu echter een kanteling ontstaan. ‘Bedrijven zijn zo groot, zo perfectionistisch. En op de oude marketingweg valt weinig nieuws te ontdekken. Organisaties worden losser en flexibeler, dus de vraag wordt dringender: hoe bind en boei ik mensen?’

Zo heeft hij veel geschreven voor Heineken, een belangrijke klant. Hij gebruikt daarvoor veel historische gegevens. Op een gegeven moment werd een foto gevonden uit 1933, toen de drooglegging in de Verenigde Staten net was opgeheven. Het eerste schip met bier dat na de drooglegging aankwam in New York bleek van Heineken te zijn. En er was een foto van. Jacobs: ‘Op die foto zie je een kraan met een net. Dozen met vaatjes bier. Allemaal heel klein, maar met een iconische waarde. Wat de tijd dan doet met een verhaal! Dat beeld voelt als een soort maanlanding. Er spreekt zoveel ondernemerschap uit. Dat zegt zoveel meer dan een aantal managers die zeggen dat ondernemerschap de waarde is van Heineken. Daar voel je niets bij.’

Een ander icoon: onlangs werd de enige kleurenfoto gevonden van het bezoek van de Beatles aan Nederland, gesponsord door Heineken. Jacobs: ‘Het is grappig om dat glaasje pils op die foto te zien. Mensen vinden dat leuk. En je ziet ook dat een merk kan fungeren als tijdsverbinder, als generatieverbinder. Heineken is een vertrouwd beeld en vervult een zekere ankerfunctie.’

Jacobs schreef na zijn studie geschiedenis in opdracht bedrijfsgeschiedenissen, maar in deze verhalen miste hij het persoonlijke element. Ook de lezer vindt wetenschappelijke teksten saai. ‘De consument wil gewoon verhalen horen.’ Onlangs hield Jacobs bijvoorbeeld een interview met de weduwe van een oud-medewerker van Sligro, een horecagroothandel en belangrijke klant van Corporate Story. ‘Zij zat daar in haar kamer, omgeven door foto’s van haar man voor of naast een Sligro vrachtwagen. De tederheid waarmee ze die foto’s van haar man vasthield. Ik heb nog net geen tranen in mijn ogen, maar daar zit dus de aanzet van een Sligro-community.’

Volgens Jacobs gaat het erom dat bedrijven een community vormen. ‘Als ik dat zeg, dan kijken klanten me soms met van die grote ogen aan. Dan vragen ze of ik bedoel dat ze een Twitter account hebben. Nee, met een Twitter account heb je dus nog geen community.’ Het gaat volgens Jacobs om de ‘ziel van het bedrijf’, om de ‘kernidentiteit’. ‘Mensen willen onderdeel zijn van een groep. Zichzelf herkennen.’ Nu nog zie je van een kledingmerk bijvoorbeeld meestal een model die een mooie jurk aan heeft. Dat beeld moet jou verleiden om die jurk ook te kopen. ‘Dat is heel eendimensionaal. Wat nu als ik op de site van het merk direct filmpjes kan zien van de mensen die de kleren maken. Daarmee verdiep en verbreed ik het verhaal van het merk. Alleen maar een merk labellen als duurzaam is niet voldoende. Je moet het echt laten zien. En als je niet authentiek bent, dan prikt de consument daar ook doorheen.’

Jacobs gelooft in storytelling. ‘Ik denk dat het de wereld echt een beetje beter gaat maken. Het concept participatie in onze samenleving zou eigenlijk het concept storytelling moeten zijn. Het gevaar is natuurlijk dat je alleen in het marketingspoor gaat zitten. Dan wordt het een trucje. Maar ik denk dat de consument bedrijven daar op af zal rekenen. De macht is aan het verschuiven.’

Het is duidelijk dat bedrijven een belangrijke rol spelen bij storytelling. Overigens is inmiddels ook bij publieke organisaties storytelling populair. Zo worden in Amsterdam-West talloze verhalen van bewoners opgetekend om op die manier een collectief geheugen te construeren van de buurt. Op www.geheugenvanwest.nl worden al die verhalen verzameld. Het draagt bij aan het gemeenschapsgevoel van de buurt. Ook minister van onderwijs Jet Bussemaker wil storytelling inzetten voor verhoging van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Als gastredacteur van tijdschrift Lof hamerde ze op het belang van rolmodellen voor vrouwen. Om als rolmodel aansprekend te zijn hoort daar een verhaal bij.

Steeds meer mensen willen storytelling ‘inzetten’ voor een eigen doel. Maar wat is nu precies de rol van al die verhalen? Hoewel we minder boeken lezen, zijn we nog net zo verslaafd aan verhalen. Misschien spelen de verhalen zich iets vaker af op een scherm, misschien gaan de plots soms wat sneller; de essentie blijft hetzelfde.

Gottschall komt in zijn boek tot de conclusie dat de rol van verhalen intens moralistisch is. Het doel van verhalen heeft altijd iets te maken met het bevorderen van bepaald sociaal gedrag, het onderzoeken van goed en slecht, het vormen van de noodzakelijke lijm binnen gemeenschappen en binnen de samenleving. Hij denkt dan ook dat onze verhalencapaciteit een evolutionaire innovatie is en zeker niet een bijproduct.

Brinkgreve verwoordt het nog breder: ‘In verhalen kunnen mensen richtlijnen vinden: ze krijgen voorbeelden aangereikt, en schrikbeelden. Ze voelen zich deel uitmaken van een groter geheel, en er wordt een perspectief gebonden voor hun handelen, voor hun taken en verantwoordelijkheden, en hun plaats in de gemeenschap.’ Ook Brinkgreve is ervan overtuigd dat verhalen noodzakelijk zijn voor onze overleving. ‘Mensen maken verhalen, verhalen maken mensen,’ zo vat ze het mooi samen.

Verhalen zijn noodzakelijk voor onze overleving, want verhalen zijn de basis van ons gevoel van zingeving. Vanuit dit perspectief is op dit moment sprake van ‘vermarkting’ van zingeving door middel van verhalen. De commerciële sector ‘kaapt’ het verhaal en zet het in voor het eigen doel. Merken construeren niet alleen verhalen, maar ook worden zij zelf steeds meer als mensen. Zij krijgen een persoonlijkheid en worden zelf de vertellers. Op Twitter spreken sommige merken bijvoorbeeld direct hun volgers aan. Alsof zij vrienden zijn. Kate Losse schrijft hierover in een recent artikel in the New Inquiry. ‘Merken als Denny’s, Chipotle en Hamburger Helper hebben grote aantallen volgers gekregen door het gebruik van persoonlijk, hip, tienerachtig taalgebruik. ‘Die geestige, hippe teksten werden langzamerhand de mainstream, corporate stem’. Losse voelt zich er ongemakkelijk door. ‘Ik voel me ongemakkelijk, zelfs opgeslokt of ontheemd, door die perfect geoliede social media stemmen van bedrijven.’ Bedrijven krijgen een goed inkijkje in wat tieners precies mee bezig zijn, terwijl de jonge volgers er een vriend bij krijgen die nooit een beroep op hen zal doen. ‘Corporations can’t be lonely, but with their newfound “cute” voices they are becoming more popular than people.’

Hoewel aan de ene kant onze cultuur van meetbaarheid, van het koele en onpersoonlijke getal, de boventoon voert, zetten bedrijven juist steeds meer in op een intieme personificatie van hun merken. Jacobs meent dat merken via storytelling kunnen spiegelen en nieuwe morele ankers kunnen bieden. ‘In de toekomst zal een bedrijf zich afvragen: Wat is mijn verhaal? En vervolgens: ben ik eigenlijk al een community?’

Hoe komt het dat bedrijven deze rol van moreel anker op zich gaan nemen? Ik praat erover met Christien Brinkgreve. Haar boek ‘Vertel’, over de kracht van verhalen, zal binnenkort uitkomen bij uitgeverij Atlas. Zij denkt dat het alles te maken heeft met onze huidige samenleving:

‘Bij ontwrichtende ervaringen is er behoefte aan verhalen, aan nieuwe scripts. Als de machtsverhoudingen veranderen, en er nog geen nieuw script is ontwikkeld voor gedrag, gevoel en moraal. Als de vaste ijkpunten verdwenen zijn, en er uiteenlopende en contrasterende scripts in omloop zijn. In onze gefragmenteerde samenlevingen zijn ook de morele codes gefragmenteerd. Mensen richten zich op anderen met dezelfde achtergrond om richtlijnen te vinden over gedrag en gevoel, nu het leven minder bepaald is door lot en traditie en de ruimte voor de wil en het verlangen is toegenomen.”


De markt haakt hierbij aan en biedt ons nieuwe categorieën voor verschillende betekenissen van ‘ons soort mensen’. Uiteindelijk zoeken we volgens Brinkgreve immers altijd naar een balans tussen ergens bij horen en je willen onderscheiden. We zoeken naar kleding die ervoor zorgt dat we bij een bepaalde groep zullen horen, maar juist niet bij een andere groep. We willen geen eenheidsworst, maar we willen ook niet die ene idiote excentriekeling zijn. We willen gemeenschapsgevoel zonder beklemming. Omdat het steeds moeilijker wordt om te bepalen bij welke groep(en) we precies horen, vullen bedrijven (letterlijk) dit gat in de markt.


Brinkgreve denkt dat dit niet het einde hoeft te betekenen van het ‘oude verhaal’ zoals we dat kennen uit de literatuur of kunst. Ze meent dat verschillende vormen van verhalen naast elkaar zullen blijven bestaan. ‘Oude methoden worden opnieuw ingezet, met een ander doel; door de oudere gevestigde verhalenvertellers ook weer geminacht, lager in aanzien bevonden. In elk domein heerst een hiërarchie, is er sprake van hoog en laag – in dit geval de hiërarchie van de ‘hoge’ wereld van cultuur en cultuuroverdracht en de ‘lagere wereld’ van markt en geld.’

Het neerkijken op vermarkte zingeving, of het gevoel van onbehagen over de commercialisering van het verhaal, zal vast en zeker gedeeltelijk een kwestie zijn van snobisme en conservatisme van de gevestigde, verhalen schrijvende elite.


Bovendien weten we natuurlijk heus wel dat de Twitter account van een merk door groep jonge social media experts wordt beheerd en niet door dat merk zelf. Hoe erg is het als we plezier beleven aan een stem op social media die niet van een echt persoon afkomstig is? Hebben we niet altijd van fictie gehouden? En kan het niet grote maatschappelijke voordelen hebben als marketeers zich laten leiden door antropologisch onderzoek en als bedrijven via sociale media direct worden afgerekend op hun prestaties door de consument? Bedrijven kunnen op deze manier beter inspelen op dat wat mensen echt bezighoudt en dat hoeft niet alleen winst voor het bedrijf op te leveren. Het kan tevens leiden tot meer oog voor eerlijke arbeidsvoorwaarden, zorg voor het milieu en aandacht voor gender stereotypen.

Er lijkt geen speld tussen te krijgen. En toch…Misschien ligt het probleem wel bij de verhalen die niemand wil horen. Bij de verhalen die iedereen direct zou willen wegklikken. Verhalen die niet passen in het plaatje, verhalen die niet leiden tot gemeenschapszin. Het verhaal van een onheus bejegende werknemer die op schandalige wijze het bedrijf uit is gezet, zal niet snel worden opgenomen in de corporate story. En het vertrouwen op het zelfreinigend vermogen van social media onderschat de steeds groter wordende machtsongelijkheid tussen het individu en het bedrijf. Het probleem ligt bij onze voorkeur voor het volgen van een gezellig merk op Twitter boven het volgen van echte mensen. Het merk zal immers nooit een beroep op ons doen, zal ons nooit om hulp vragen, confronteert ons niet met al die ingewikkelde haken en ogen van intermenselijke relaties.

Het is te hopen dat oude en nieuwe verhalen naast elkaar blijven bestaan. Want als we onze menselijke identiteit volledig gaan ophangen aan de markt van verhalen en aan de verhalen van de markt, dan zal slechts een gevoel van leegte overblijven. ‘Corporations can’t be lonely’. Maar mensen wel.

Aan de slag

Wilt u nu gelijk aan de slag met storytelling? U kunt beginnen met eens een kijkje te nemen op onze websites storytellingpeople.nl, corporatestory.nl, storytellingworkshop.nl en voor employee engagement zie storytellingpeople.com. Daar vindt u al heel veel bruikbare informatie. Of kiest u er liever voor meteen de diepte in te gaan? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Download de Storytelling People App!

Alles weten over corporate story en corporate storytelling? Download de Storytelling People App in de App Store of bij Google Play.

Over Storytelling People

Storytelling People legt al meer dan 30 jaar corporate stories vast en brengt die tot leven met storytelling en community building.

Onze success stories

Corporate storytelling maakt het abstracte bedrijfsverhaal toegankelijk in verhalen van mensen en voor mensen.

Heineken: de magie
Friesland Campina: gezond groot
NS: de vooruitgang
Sligro: typisch Sligro
Randstad: shaping work
Sustainability: dedication

Storytelling scan aanvragen

Onze Storytelling Scans Implementatie, Verhaal of Cultuur brengen snel en accuraat het potentieel van úw verhaal in kaart. Daarna weet u hoe u storytelling het beste toepast.

* = s.v.p. invullen

Download OneStory® App

Download OneStory® App
Download OneStory® App

Brochure aanvragen

Corporate storytelling brochure

De gegevens zijn verzonden en zullen worden verwerkt.