Kennisbank
Storytelling People

Storytelling. Wat maakt een goed presentatieverhaal?

Een goed verhaal bevat elementen als conflict, plot en karakterisering. Conflict is essentieel om de lezer te boeien, en meestal gaat het om een hoofdpersoon die uitdagingen moet overwinnen om zijn doelen te bereiken. De plot moet onderhoudend en boeiend zijn, en spanning en verwachting creëren. Karakterisering is ook belangrijk om het verhaal rijker en boeiender te maken door de motivaties en achtergronden van de hoofdpersoon te verkennen. Een goed verhaal moet onverwachte plotwendingen hebben en een bevredigende oplossing. Een goed tempo en een consistente toon geven het verhaal ook een professionele uitstraling.


1. Duidelijk doel: Begin met het definiëren van het doel van je presentatie. Wat wil je bereiken met je verhaal? Wil je informeren, overtuigen, inspireren of activeren? Een helder doel zal de richting van je verhaal bepalen.
2. Publieksanalyse: Denk na over je publiek. Wie zijn ze, wat zijn hun interesses en behoeften, en wat is hun voorkennis over het onderwerp? Pas je verhaal aan om aan te sluiten bij de verwachtingen en interesses van je publiek.
3. Een sterke opening: Begin je verhaal met een krachtige en aandachtgrijpende opening. Dit kan een anekdote, een citaat, een vraag of een verrassend feit zijn. Het doel is om je publiek meteen te boeien.
4. Structuur: Geef je verhaal een duidelijke structuur. Een veelgebruikte structuur voor presentatieverhalen is de 'driehoek van conflict,' waarbij je een situatie schetst, een conflict introduceert en vervolgens de oplossing of conclusie biedt.
5. Kernboodschap: Formuleer je kernboodschap of de belangrijkste boodschap die je wilt overbrengen. Deze boodschap moet beknopt en duidelijk zijn en door je hele verhaal heen lopen.
6. Voorbeelden en illustraties: Gebruik voorbeelden, casestudy's en illustraties om je boodschap te ondersteunen. Concrete en visuele voorbeelden maken je verhaal boeiender en gemakkelijker te begrijpen.
7. Spanning opbouwen: Creëer spanning in je verhaal door vragen op te werpen, problemen te introduceren en nieuwsgierigheid te wekken. Dit houdt je publiek geboeid en betrokken.
8. Emotie toevoegen: Laat emotie doorklinken in je verhaal. Emotionele elementen kunnen je publiek raken en betrokken maken.
9. Conclusie: Sluit je verhaal af met een krachtige conclusie die je kernboodschap samenvat en je publiek aanzet tot actie, reflectie of verdere overweging.
10 Interactie: Betrek je publiek bij je verhaal door vragen te stellen, discussies aan te moedigen of interactieve elementen toe te voegen. Dit vergroot de betrokkenheid en maakt je verhaal levendiger.
11. Visuele ondersteuning: Als je visuele hulpmiddelen zoals slides gebruikt, zorg dan dat ze je verhaal aanvullen en niet domineren. Gebruik afbeeldingen, grafieken en diagrammen om je boodschap te versterken.

De gegevens zijn verzonden en zullen worden verwerkt.